BEHOEFTE

Zover ik mij kan herinneren, heb ik altijd nagedacht over waarom ik op deze wereld ben. Dit ging zelfs zover dat het jarenlang de eerste gedachte was waar ik mee wakker werd. Ik zocht naarstig naar het nut van mijn leven, maar elke avond sloot ik mijn ogen zonder antwoord. Ik had wel ambities en dromen, ik wist niet wat ik ermee moest. Ik zag hoe het langzaam weggleed, wat alleen maar meer deprimeerde. Ik leefde in een sleur; een vicieuze cirkel in een neerwaartse spiraal. Ik had geen idee hoe ik eruit moest komen – thank God He did.

Zo’n 3 à 5 jaar heb ik in deze sleur geleefd. Er waren periodes waarin het beter ging en de sleur even stopte, maar uiteindelijk kwam het altijd weer terug. Vaak dan weer extra hard. Achteraf kan ik pas zeggen dat deze sleur een depressie was. In die tijd zelf was ik daar niet van bewust; ik stond er niet bij stil. Ondanks mijn levensbevragingen, kwam ik namelijk wel elke dag uit bed en deed ik wat er van mij werd verwacht. Ik was er diepongelukkig bij, maar deed het wel. ‘Depressie’ kwam daarom niet bij mij op. Daarbij dacht ik dat de belangrijkste pijler voor depressie het verlangen naar de dood was.
Ik had niet dat verlangen. Ik zou ook nooit het lef hebben gehad om er daadwerkelijk een einde aan te maken. Wel had ik elke dag zo’n diep verlangen om weg te zijn. Niet dood, gewoon weg. Het ergste van dit verlangen was dat ik wel zou willen weten hoe mijn omgeving zou reageren. Wat zouden ze zeggen? Wie zou er rouwen? Zouden mensen waar ik sporadisch mee omging, ineens spijt hebben?

Ik wilde fysiek weg zijn, maar nog wel weten wat mensen over mij zouden zeggen. Eigenlijk wilde ik gewoon weten wat mijn invloed op mijn kleine omgeving was. Ik had namelijk het gevoel dat niemand mij zag staan en dat niemand mij zou missen. Het lukte míj niet eens om mezelf lief te hebben. Waarom zou een ander dat wel doen?
Ondanks die gedachte, was ik wel op zoek naar bevestiging. Dat was heel erg tegenstrijdig: ik kon niet accepteren dat een ander mij kon waarderen, maar ik ging wel heel hard op zoek naar die bevestiging. Daar kwam tevens het verlangen vandaan om weg te zijn. Zo hoopte ik toch te achterhalen dat mensen mij wel liefhadden. Totaal niet logisch, maar dat was de realiteit waarin ik leefde.

Een andere manier om mij toch geliefd te voelen, was het steeds aangaan van relaties. Vriendjes kwamen en gingen, maar geen van hen kon mijn zoektocht beantwoorden. Mijn eerste echte vriendje verergerde het zelfs. Het maakte niet uit wat ik deed; alles was stom, ik was lelijk en andere meisjes waren leuker. Ik kreeg zo veel bagger over mij heen van hem, maar toch wilde ik hem niet verlaten. Ik dacht dat ik dit verdiende. Zoals het gezegde gaat: you allow the love you think you deserve. Aangezien ik een heel laag zelfbeeld had, dacht ik dat dit het was voor mij. Ik bleef het daarom tolereren totdat hij het uitmaakte – via een chatbericht. 

Vanbinnen was ik zo messed up. Ik wilde gewoon dat iemand bevestigde dat ik wel werd geliefd. Als iemand dat deed, hoopte ik dat ik dan ook mezelf kon liefhebben. Helaas werkte dat niet zo. Een relatie was namelijk niet het antwoord op mijn problemen. Zelfs toen ik iemand vond die echt van mij hield zoals ik was, bleef ik mij vanbinnen leeg voelen. Ik ging zelfs expres tegen hem gemeen doen, om te kijken hoe hij zou reageren. Zo probeerde ik steeds een bevestiging uit te lokken. Het was namelijk nooit genoeg; nog steeds kon ik mezelf niet liefhebben. Geen enkele relatie ging dat oplossen.

Daarnaast was ik erg bekend geraakt met mijn depressiviteit. Langzamerhand begon ik wel te realiseren dat ik depressief was – ik vond het alleen niet erg. Sterker nog, dit was hetgeen dat ik nodig had: ik ontdekte dat ik mijn depressiviteit kon gebruiken voor een kunstwerk. Dat ik door al die ellende ging, had eindelijk een doel gekregen. Het was zelfs nodig om zo betekenis te geven aan mijn kunst en aan mijn leven. Ik bleef daarom mijn depressiviteit voeden. Zo kon ik altijd in een werkje zetten hoe slecht ik mij voelde om de interesse van anderen te wekken. ‘Kijk eens iedereen! Ik voel me slecht!! Zou je niet zeggen hè? Leuk hè!!!’

Ik geloof dat ik zeker twee jaar in mijn depressiviteit ben blijven hangen omdat ik het niet achter mij wílde laten. Er lag namelijk ‘glamour in de melancholiek’. Uiteraard was, en is, dat niet zo. De harde realiteit was dat mijn illustratiewerk erg middelmatig was en ik muurvast zat. Ik presteerde slecht met mijn kunst, maar nog slechter qua levensenergie. Zo wilde ik veel dingen niet meer doen; dingen die ik vroeger wel leuk vond. Door de depressie kon ik simpelweg nergens het plezier meer van inzien. Desondanks wilde ik erin blijven hangen. Het was eenmaal zó ‘romantisch’.

 
Helaas zie ik tegenwoordig dat deze gedachtegang niet alleen bij mij speelde. Meerdere malen heb ik op social media gezien, met veel te veel likes, hoe iemand verkondigt dat ‘depressie zijn of haar persoonlijkheid een spice geeft’. En hoe vaak heb ik op school wel niet iemand horen zeggen ‘ik wil dood’. Zelfs al werd het sarcastisch gezegd, het gemak waarmee dat werd gezegd baart mij zorgen.
Nu heb ik gemerkt dat het überhaupt een ‘millenial’ dingetje is om hele zware dingen te zeggen alsof het niks is. Enerzijds om gewoon blunt te zeggen wat er in je omgaat, anderzijds om een soort shockerend grapje te maken. En soms is het een combinatie van beide door serieuze zorgen te benoemen als grapje.

Ik snap best dat het soms fijn voelt om zware zorgen luchtig te kunnen benoemen. Maar, meermaals dingen zeggen als ‘ik wil dood hahaha’, gaat op de lange termijn echt niet veel goeds brengen. Al helemaal als het erom gaat gewoon een grapje te maken. Ik weet namelijk hoe ik mij daadwerkelijk voelde wanneer ik zo’n ‘grapje’ maakte – dat was verreweg van leuk. 
Dat is tevens een van de redenen dat ik dit stuk schrijf. Ik wil laten zien hoe messed up ik was en dat het echt, echt, écht niet iets is waarnaar je moet verlangen of aan moet vasthouden. In plaats daarvan hoop ik dat anderen inzien dat het beter is om dat los te laten – en dat er ook nog hoop is. Ondanks dat ik jaren in mijn depressie vastzat, ben ik er ook geheel van losgekomen. Daarvoor moest ik alleen realiseren dat ik een probleem had.

Ik kreeg met de zoveelste break up te maken. Het was geen verrassing dat wij uit elkaar gingen aangezien wij niks gemeen hadden. Dit keer was ik er alleen klaar mee. Klaar ermee dat ik mij weer zó slecht voelde door de zoveelste break up, maar ook in het algemeen.
Mezelf op een nieuwe relatie storten, leek mij geen goed idee meer. In plaats daarvan besloot ik simpelweg op mezelf te zijn – het was alleen niet simpel. Door alleen te zijn, realiseerde ik pas echt hoe eenzaam en ellendig ik mij al die tijd eigenlijk voelde. Ergens wist ik het wel, maar tot die tijd had ik het kunnen maskeren met relaties. Toen ik dat niet meer had, werd de leegte pas echt voelbaar.

Ik zag ook in dat de poging om mijn ellende in te zetten voor mijn kunst, niet veel had opgeleverd. Mijn kunst was nog steeds middelmatig en mijn gemoedstoestand was enorm verslechterd. Oftewel, ik kon én wilde niet meer zo verder. Er was alleen een probleem: ik wist niet hoe ik uit mijn depressie kon komen.
Na jaren enkel verdriet te hebben gekend, kon ik dat niet zomaar opzijzetten. Ik wist namelijk niet hoe – ik wist niet eens waar het vandaan kwam. Zelfs toen ik dus eindelijk van mijn depressie wilde afkomen, lukte het alsnog niet. Ik had hulp nodig, maar daar durfde ik niet om te vragen.

Ondertussen begon rond diezelfde tijd de kerk eenmaal per week een jongerendienst te organiseren. Jarenlang ging ik op zondag naar de kerk omdat mijn ouders gingen. Dat somde meteen op hoe ik mij daarover voelde: het was iets van mijn ouders, niet van mij. Ik vond het mooi hoe er werd gesproken over God en Zijn liefde, maar zelf kon ik er niks mee. Het leek te ver van mij af te liggen.
Ik had dus niet zo’n behoefte aan de jongerendienst toen het werd aangekondigd. – Wéér een avond in de week die ik kwijt zou zijn.- Maar tegen al mijn verwachtingen in, besloot ik het op het laatst toch een kans te geven. Ik durfde het bijna niet te hopen, en ik geloofde het ook niet helemaal, maar héél misschien zou dit mij kunnen helpen. Want een ding wist ik: in de kerk had ik vaak gehoord over God Zijn genezing. Als dat echt waar was, dan was God Degene Die mij kon helpen met mijn depressie.  

Zo gebeurde het. Zoals de naam zegt, was de jongerendienst speciaal gericht op jongeren. Elke week werd er dus een onderwerp besproken dat speelde in deze leeftijdsgroep. Vanuit die invalshoek werd er vervolgens naar de Bijbel gekeken en leerde ik zo stukje bij beetje over de Bijbel en de inhoud van het christelijke geloof.
Doordat ik al van jongs af aan naar de werk ging, kwam het meeste mij bekend voor. Wat voor mij echter nog wel onbekend was, was dat de inhoud ineens betekenis kreeg. Teksten die ik al jaren kende, kregen context en begon ik ineens te begrijpen. Bovendien zag ik in dat God niet ‘iets’ is dat ver weg van mij stond, maar Hij juist heel dichtbij is:

‘Here, U ziet alles van mij, U kent mij helemaal zoals ik ben. U weet het als ik zit en als ik
weer opsta, vanuit de hemel weet U wat ik denk. U ziet waar ik heen ga en weet wanneer ik ga liggen. Alles wat ik doe, is voor U bekend. Elk woord dat ik uitspreek, kent U al, Here. U bent bij mij, naast mij, voor mij, achter mij. Uw hand rust op mij. 
Psalm 139:1-5 

Jarenlang dacht ik dat niemand naar mij omkeek en dat niemand mij echt liefhad. Maar hier stond dat het God was Die mij al die tijd zag staan. Sterker nog, Hij wíl mij op deze wereld hebben:

 ‘U hebt mij immers in de buik van mijn moeder gemaakt? Mijn hele lichaam werd door U geweven. Ik prijs U, omdat U mij zo prachtig hebt gemaakt. Alles wat U doet, is wonderbaarlijk. Alles in mij getuigt daarvan. U zag elk van mijn botten, terwijl zij in het verborgene werden gemaakt. U zag mij al toen ik nog geen vorm had. Elke dag van mijn leven stond toen al in uw boek opgeschreven. 
Psalm 139:13-16

Toen ik dit las, zag ik in hoe groot God Zijn liefde is – en zo dus ook voor mij. Dat was voor mij echt baanbrekend; jarenlang had ik hardnekkig gedacht dat ik niet werd geliefd. Niet alleen las ik in deze Psalm dat dat niet waar was, ik ervoer het ook echt. Dat was dus een hele bijzondere ervaring, maar tegelijkertijd voelde het in het begin ook ietwat gek. 
Ik was namelijk heel lang bekend met het niet geliefd voelen. Steeds werd ik teleurgesteld, konden mensen zich niet aan hun woord houden of veranderden ze. Het voelde dus gek dat het met God ineens wel kon, maar dat sloeg ook meteen de spijker op zijn kop. Het waren steeds mensen die mij teleurstelde – als ik heel eerlijk was, kon ik mij vaak ook – onbedoeld- niet aan mijn woord houden. Bij God is daar dus geen sprake van. Als Maker van de wereld, gaat Hij veel verder dan dat mensen kunnen. 

Wat volgde was dat ik mij oprecht ging bezighouden met God. Ik ging niet meer naar de kerk omdat mijn ouders dat deden, maar omdat ík het wilde. Zo leerde ik steeds meer over God en Zijn liefde kennen, waardoor de leegte die ik jarenlang had gevoeld ineens weg was.
Zo gebeurde het ook met mijn levensbevragingen. Zoals de Psalm zo mooi verwoord, was ik niet per ongeluk op deze wereld zonder reden. God had mij met veel moeite en precisie gemaakt; Hij wilde mij hier hebben! Door dat besef waren de avonden waarin ik mij afvroeg wat het nut van mijn leven was, ook voorbij. Ik realiseerde dat als God mij hier wilde hebben, Hij dan ook een plan had voor mij. Dat was een hele goede reden om voor te leven!

Inmiddels is het zo’n vier jaar geleden dat ik volledig van mijn depressiviteit af ben. Ik weet niet exact wanneer het moment was dat ik er geheel vanaf was omdat het geleidelijk wegging, maar momenteel kan ik wel zeggen dat ik er écht vanaf ben. Helaas betekent dat niet dat ik helemaal geen moeilijke momenten meer heb gehad sindsdien. Dat zal ook altijd blijven, maar op die momenten kon – en kan – ik troost bij God vinden. En het allerbelangrijkste: ik heb nooit meer terugverlangd naar mijn depressie – en dat terwijl ik er zeker jaren gewillig aan heb vastgehouden.

Verder kan ik nog wel langer doorgaan over wat God voor mij heeft betekend en hoe bijzonder het was, maar om eerlijk te zijn voelt het alsof geen enkel woord het goed kan omschrijven. Het is echt een ervaring die je alleen volledig kan begrijpen wanneer je het zelf hebt meegemaakt. Ik hoop daarom dat dit verhaal getuigt van de transformatie. Ondanks dat woorden tekort komen – en dit verhaal super persoonlijk en dus superspannend was om te posten – vond ik het wel belangrijk om erover te praten. Ik maak mij namelijk enorme zorgen over de jeugd waar depressie een steeds grotere rol aan het spelen is.

Het gaat mij aan het hart om te weten dat de groep die juist vol levensenergie zou moeten zijn, daar steeds meer van wordt beroofd. Het is een groot probleem dat alleen maar is verergerd afgelopen jaren door de effecten van lockdowns en andere maatregelen.
Ik hoop daarom dat degene die zich (gedeeltelijk) in mijn verhaal kunnen vinden, hier hoop uit kunnen halen. Alle donkere dagen waar ik doorheen ging, heb ik helemaal – en zelfs meer – teruggekregen. Ik gun dat iedereen; God is er namelijk ook voor jou. Alleen kan Hij dat pas wanneer je Hem benadert. Door vrije keuze wil Hij zich namelijk niet op ons forceren. Dus als je tot hier bent gekomen met lezen en meer van God wil ervaren, strek je uit naar God. Door naar de kerk te gaan, in gesprek te gaan met een gelovige of zelf tot God te bidden. Pas toen ik Hem benaderde, kon Hij aan de gang gaan. Hij wacht op jou.

Muziek vertelt het altijd beter! Beluister 139 en Redemption in Motion van de band Kings Kaleidoscope voor een toffe muzikale vertolking van de Psalmen.

Scroll naar boven